Recordaantal leerlingen in B-stroom

Dit artikel viel me op, zeker nu ik zelf in opleiding ben als leraar secundair onderwijs. Beroepsmisvorming, nu al? 😊

Afgelopen schooljaar gaf ik les in de arbeidsgerichte finaliteit, en momenteel ben ik vaak te vinden in klassen van de B-stroom op mijn stageschool. Dit schooljaar zou er bij ons op school een daling zijn van het totaal aantal inschrijvingen, maar voor de B-klassen was er zelfs een stop. Dit zette me aan het denken: is er een aanleiding voor deze trend?

Het artikel dat ik las, beschrijft de veelheid aan leerlingen die voor de B-stroom kiezen. De doelgroep bestaat uit leerlingen zonder getuigschrift van het lager onderwijs, leerlingen vanuit het buitengewoon onderwijs of leerlingen die daar net geen plek vinden, leerlingen met een schoolachterstand van minstens een jaar, of anderstalige nieuwkomers. De diversiteit binnen deze groep is groot, en net daarom proberen scholen de klassen kleiner te houden. Een aanbodtekort dus?

Bij ons op school is het beleid dat er maximaal 16 leerlingen in een B-klas zitten. Rekening houdend met de diverse doelgroep en de hoge nood aan differentiatie, is dit in de praktijk een behoorlijk hoog aantal. De focus ligt in de lessen vooral op het ontdekken en ontwikkelen van talenten. Daarnaast zijn er projecten die zich richten op het versterken van executieve functies, zoals planning en zelfregulatie. Veel van deze leerlingen hebben echter niet de basisopvoeding gekregen die nodig is om tot ‘leren’ te kunnen overgaan in een klas. Dit maakt het lesgeven in de B-stroom een flinke uitdaging. Je moet constant zoeken naar manieren om elk kind op zijn of haar niveau te bereiken en te ondersteunen.

In het buitengewoon onderwijs is de maximale klasgrootte 8 leerlingen. Het kan dan gaan om leerlingen met gelijkaardige problemen als in de B-stroom. De verdubbeling van het aantal leerlingen en de beperkte begeleiding in het reguliere onderwijs vraagt veel van de leerkrachten om de juiste structuur en ondersteuning te bieden. De uitdaging vergroot alleen door de uiteenlopende achtergrondkennis en -vaardigheden van iedere leerling.

Ik geloof dat de B-stroom voor veel leerlingen de plek is waar ze eindelijk de steun en ruimte krijgen die ze nodig hebben om zich te ontwikkelen. Ik stel mezelf echter de vraag of we als leerkrachten en scholen voldoende kunnen doen om die kansen te benutten. Dit is momenteel het uitgangspunt van de modernisering. Ik ben ervan overtuigd dat preventieve maatregelen beter op punt gesteld kunnen worden, zodat de toestroom van bepaalde leerlingen richting de B-stroom beperkter zou kunnen blijven. De vraag voor nu is vooral of we het onderwijs zo kunnen inrichten dat de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen, ondanks de beperkte middelen van vandaag de dag.

Klaas Maenhout - Gazet van Antwerpen - Vrijdag 11 oktober 2024